|
|
|
|
In Sydney begonnen we aan een nieuw hoofdstuk. We kwamen met ons tweeën en zouden jaren later met ons vieren en een Ier terugkomen. Twee dochters, echte Aussies zouden er geboren worden, Caroline en Nicolette. Al spoedig nadat wij een huis gevonden en betrokken hadden ging ik op zoek naar Ierse Terrier fokkers in New South Wales. Ik kwam in contact met de Mary Baran, eigenares van Clonmel Kennels. Zij had o.a Pathfinders Leapfrog (kennel van Mrs Woodifield) geïmporteerd vanuit Engeland. Geregeld bezocht ik haar en zo kwamen we aan onze Aussi-Ier “Clonmel Executant”, een kleindochter van Pathfinders Leapfrog. Een echte vrijbuiter was deze dame. In die tijd maakte ik ook kennis met de eigenaar van kennel “Comeragh Irish Terriers”, een geëmigreerde Nederlander. In januari 1987 kochten wij bij hem onze nieuwe pup “Comeragh Bronze Beauty”, een kleindochter van Pathfinders Cuff Link (imp. UK). De honden moesten daar permanent in showconditie gehouden worden gezien de grote hoeveelheid tentoonstellingen die werden georganiseerd. Exposanten schroomden ook niet om eventjes vanuit Perth (4000 km van Sydney) of Melbourne (1000km) of Brisbane over te komen voor een hondenshow. Ik volgde een cursus “grooming” bij een vrouwelijk trimmer die gespecialiseerd was in alle soorten ruwharige terriers. Daarvoor moest ik wel 1 keer per week in m’n 4wheel anderhalf uur de bush in om de Fox- en Lakelandterrier kennels van deze dame (waarvan de naam me ontschoten is) te bereiken. Bij haar leerde ik de fijne kneepjes van het trimmen. Bushfire Blonde: In Australië woeden regelmatig bosbranden. Deze worden veroorzaakt door de zaden van Eucalyptusbomen. Bij grote hitte (het kan daar goed heet zijn in de zomer) springen deze zaden die olie bevatten open en zo kunnen er geweldige “bushfires” ontstaan. Eén, ogenschijnlijk ontembare, rode massa van energie. Bushfire Blonde, een synoniem voorvurige roodharige, een synoniem voor Ierse Terrier. Vijf kostelijke jaren brachten wij door in dit land. Vijf jaar waarin we ruim de gelegenheid kregen en namen om het platste en oudste werelddeel op aarde te verkennen. Dit land van de koala’s, de dingo’s en wallabies, van de kookabaru’s die schaterden in de eucalyptusbomen en de wombats die hun heil veelal in de grond zochten. Het land van de rode aarde en zijn Aboriginals, van het natuurwonder Great Barrier Reef en van Uluru, een monoliet met een omtrek van acht kilometer in de Northern Territories, maar ook van het Opera House in Sydney, een prachtig staaltje architektuur. En het land van veel ruimte. Wij woonden in het heuveldistrict bij Parramatta, aan de westkant van Sydney. Hierdoor hadden wij vanuit onze tuin een fantastisch uitzicht op de Blue Mountains, die hun naam danken aan de blauwe waas die hangt over het onmetelijke gebied van Eucalyptusbomen en struiken. Die waas wordt veroorzaakt door het verdampen van olie uit de zaden die openknappen bij hitte. Eén vonkje en hupsakee, de boel staat in brand. De Bushfire Brigade had daar dagwerk. En juist in die Blue Mountains konden de honden (en wij zelf trouwens ook) hun hart ophalen. Dagen kon je er lopen zonder ook maar een mens tegen te komen. Gelukkig was er wel genoeg wild te vinden zodat onze Ieren zich niet hoefden te vervelen. Een gastvrij Australië waar wij ons thuis voelden. Een aanrader voor iedere vakantieganger die van een beetje ruige natuur houdt. En toen, jammer jammer. . . . werden wij weer overgeplaatst naar ons koude Kikkerland. Dat was even wennen en echt blij waren we er niet mee!! Wij reisden nog een maand in een 4wheel drive dwars door Australië, van Sydney naar Perth. Door de Nullarbor (betekent letterlijk : geen bomen) woestijn, langs de smaragdgroene baaien aan de zuidkust (The Bight) waar we alleen wallabies en grijze kangaroes tegenkwamen, en door oude verlaten goudmijnsteden , Waverock en de Pinnacles desert. Allemaal even indrukwekkend. Het zou te ver gaan om op deze bladzijde bij al die natuurwondertjes langer stil te blijven staan, alhoewel, nu ik in gedachten al onze belevenissen van deze jaren de revue laat passeren, ik er waarschijnlijk een boek mee zou kunnen vullen. Maar ik zal u, lezer, hier niet verder mee vermoeien. Dit is slechts een piepkleine impressie. Via een omweg langs de zuidwestkust belandden we in Bunbury in het westen waar wij, ons afkoelend in de Indische Oceaan, getrakteerd werden op een onverwacht zwempartijtje met een paar nieuwsgierige dolfijnen. Een unieke belevenis. Het zat er op. Perth kwam in zicht en het vliegtuig naar Nederland stond klaar voor ons. Vanuit de lucht nog een laatste blik op het land waar wij nog regelmatig naar zouden terugkeren. |
|
|
|
the Blue Mountains - The Three Sisters |